Ik heb op verschillende manieren gewerkt binnen het Talencentrum.
De eerste jaren met name in opdracht van Cosmo, waar ik voor mijn klassen elke periode een toets maakte, waarop zij een cijfer kregen.
Dus: summatieve toetsen. Hieronder een toets, correctiemodel en cesuur.
Daarna en daarnaast heb ik ook daadwerkelijk beoordeeld volgens de visie van het Talencentrum:
- Formatieve beoordeling tijdens de les: om te leren en ontwikkelen tijdens de lessen, je bespreekt de producten/uitvoering met de student, geeft feedback a.d.h.v. het reflectieformulier deze is ook voor het portfolio . Het portfolio is een groeidocument.
- Formatieve afronding tijdens de les: om het vak af te ronden/ af te sluiten op niveau tijdens de lessen. Als er uit een portfoliogesprek blijkt dat de student alle vaardigheden al een aantal keren op niveau heeft laten zien, volgt er nog 1 laatste opdracht voor alle vaardigheden. Het portfolio met voldoende producten en reflectie/feed-back formulieren bewijzen het niveau.
-Summatieve beoordeling: Examen doen aan het einde van het leertraject. Studenten krijgen tijdens de lessen formatieve beoordelingen/ bouwen een portfolio op. Als dit portfolio op niveau is, dan wordt de student opgegeven voor het examen. Het resultaat hiervan kan een cijfer zijn (generiek), of "niveau behaald" of "niveau niet behaald" (beroeps). Op dit moment zitten we in een overgangsfase. De opleidingen willen graag straks ook voor beroepsexamens een cijfer.
Na elke examenperiode volgt er een steekproef. Daarbij controleren wij als docenten elkaars dossiers: zijn de formulieren allemaal correct ingevuld?
Wij horen minimaal 2 keer per jaar een ijking uit te voeren: in groepjes beluisteren we nog eens examen spreken/gesprek voeren, of bekijken we nog eens een schrijfproduct. Komen wij samen dan tot dezelfde conclusie als de beoordelaar destijds? Stellen wij de zelfde eisen, hebben we allemaal hetzelfde beeld bij een bepaald niveau? Voor ons als docenten is kwaliteitsbesef ook een enorm belangrijke. Het is iets wat we onze studenten willen bijbrengen tijdens de lessen, maar we moeten onszelf ook scherp houden. Regelmatig gebeurt het ook tijdens examenweken, dat wij elkaar om een second opinion vragen. Hoe mooi de beoordelingsformulieren ook. Soms kun je het er niet in onderbrengen, en dan is een second opinion heel fijn. Iemand om mee te sparren. Ik zou daarom ook graag vaker dan 2x per jaar de ijking uitvoeren in ons team. Spannend ook, want gek genoeg hebben wij dan allemaal stiekem het gevoel dan we beoordeeld worden. ;)
Conclusie/leermoment: Niet alleen moeten wij de ijking vaker uitvoeren, onze mindset als docenten moet ook anders: Niet in goed of fout denken, als team ook formatief aan de slag met de ijking om kwaliteit te waarborgen en van/met elkaar te leren.
Overig: Bij het afnemen van summatieve examens hebben wij als docent/examinator vele rollen: student op het gemak stellen, controleren dat audio/video het goed doen, AVG voorlezen, alle "fraude checks" doen, correct invullen van alle formulieren, zorgen dat er wordt opgenomen, op de hoogte zijn van de inhoud van alle verschillende examens, afvinken dat alle inhoudelijke kenmerken benoemd worden door de student, taalniveau beoordelen, student op weg helpen als hij/zij vastloopt, en zelf bij elk examen weer een rol spelen bij het gesprekken voeren (hotelgast met klacht, ouder op een open dag, iemand die een auto wil kopen) we moeten van alle markten thuis zijn. Persoonlijk denk ik dat deze hoeveelheid aan rollen, en de hoeveelheid aan gesprekken per docent op een dag, onze (beoordelings)kwaliteit NIET ten goede komt. De discussie is al eerder gevoerd: er zouden 2 docenten bij een examen moeten zijn: één voor de beoordeling, van dat waar het omgaat: het taalniveau en de ander voor de randvoorwaarden en het voeren van het gesprek. Destijds bleek dit niet haalbaar, maar ik denk dat het goed is om hier tóch weer op terug te komen.
Hieronder wat beeldmateriaal. (Voor goede leesbaarheid in groot/volledig scherm afspelen.)